Een stad kan maar echt tot leven komen wanneer niet alles vastligt. Met We wake the City prikkelen De Republiek en Architectuuratelier Dertien12 in het kader van Triënnale Brugge de verbeelding met een speciale editie van Brieven aan de Stad en een stedelijke expeditie.
Er valt zoveel meer te ontdekken als je de tijd neemt om écht te kijken, of als je bereid bent om je blik te verruimen. We gingen op stap door de buurt van de Speelmansrei, een waterloop met een eerder verborgen karakter maar des te meer mogelijkheden.
Na een historische introductie van stadsgids Bob Vranken namen vier begeleiders ons mee op sleeptouw: stadsschrijver Lara Taveirne , ontwerper Tom Callebaut, buurtbewoners Hanan & Nur en bioloog Wim Jans. Door hun diverse achtergrond beleefden we dezelfde buurt viermaal anders.
Als we al zoveel verschillende verhalen kunnen verzamelen op deze kleine driehoek op de kaart, hoe zit dit dan voor onze ganse stad?
4 mei 2024
i.s.m. De Republiek, Triënnale Brugge, Brugge2030
locatie: buurt Speelmansrei
fotografie: Femke den Hollander
























Op de muur bij het vertrek staat er "Muurfijnstraal", een plant afkomstig uit Midden-Amerika en familie van o.a. het madeliefje. Brugge schijnt zelfs de stad te zijn waar deze plant het meeste voorkomt in Vlaanderen. Verder stond er "Muurleeuwebek". Deze plant maakt groeihormoon aan. Wanneer ze bloeit om van de muur weg te groeien en wanneer het zaad gevormd wordt om naar de muur toe te groeien om het zaad te planten in een holte. Ze zou daarvoor zelfs over een lichtsensor beschikken om een donker plekje op te zoeken. Dit groeihormoon wordt naargelang de situatie maar aan één zijde van de stengel aangemaakt.
Er staat ook "Klein Glaskruid", deze plant bevat silicium, het mineraal dat ook in glas voorkomt en dat afkomstig is van zand. De plant werd vroeger gebruikt om potten uit te schuren.
De drie voorgaande planten zijn typische muurplanten, in het wild komen ze voor op rotsen, maar ze vinden de muren ook een prima biotoop.
Tijdens de korte boottocht voeren we langs en onder "Esdoorns", de nationale boom van Canada en daar wordt ook de Maple-siroop van gemaakt. Er staan ook" Lindes", die bij de volkeren voor de kerstening beschouwd werden als teken van vruchtbaarheid. De christenen hebben deze symboliek gerecupereerd en je vindt Lindes vaak terug rond kerkhoven en rond kerken. Lindes kunnen tot duizend jaar oud worden.
Helaas kwamen we ook de "Japanse duizendknoop" tegen. Deze plant wordt in Azië gebruikt als veevoeder maar in West-Europa is hij een invasieve exoot. De plant overwoekert de hele oevervegetatie die daardoor zijn biodiversiteit verliest. Bestrijden is zeer moeilijk en ook zeer duur. Experimenten wijzen uit dat dit tot 55 euro/m² bedraagt. Een niet betaalbare kost.
Ik heb ook gewezen op de spontane natuur en de "verzorgde tuintjes". Een plant die overal voorkwam was onder andere de "Hangende Zegge". Een plant die in het wild voorkomt op vochtige plaatsen maar ook kan standhouden op wat drogere plaatsen.
We vonden ook "Look zonder Look", deze plant smaakt naar look maar is niet verwant aan de look zoals wij die kennen. Planten die in het voorjaar bloeien zijn vaak giftig of slecht smakend om zich te beschermen tegen vraat van de dieren die dan op zoek gaan naar voedsel. Look zonder Look wordt door een vlinder, het oranjetipje, gebruikt als waardplant. De rupsen voeden zich met deze plant en de volwassen vlinder, wit met oranje tipjes, adverteert dat hij slecht smaakt. Op deze manier is hij beschermd tegen predatoren of roofdieren.
Ook de "Kleine Maagdenpalm" is een voorjaarsbloeier die giftig is en zich dus tegen vraat beschermt.
Ook "Brandnetels" waren talrijk aanwezig, het is een plant die houdt van stikstofrijke bodems en waardplant is voor heel wat dagvlinders: "Atalanta, Dagpauwoog en Kleine Vos".
Er zijn nog soorten maar deze soorten zeggen de mensen waarschijnlijk wel iets.
Wim Jans - bioloog

Nür
